Milieuorganisaties en innovatie zouden bondgenoten moeten zijn
Het nieuwe jaar is nog niet goed en wel gestart of er dreigt alweer een nieuwe crisis voor onze landbouw. Na de jarenlange stikstofsaga, vechten milieuorganisaties nu ook de oplossingen aan bij het Grondwettelijk Hof. Wie nochtans de geloofwaardigheid van technologie onderuithaalt in naam van de natuur en de boeren, schiet zichzelf in de voet. Al generaties lang innoveert de landbouw aan een razend tempo, waardoor de footprint van het glas melk dat u drinkt of de frietjes die u eet, reeds stevig is gedaald.
Milieuorganisaties beweren dat emissiearme stallen en luchtwassers die stikstofemissies zouden moeten reduceren, in de praktijk niet doen wat ze beloven. Zo zou uit controles door de Vlaamse overheid blijken dat luchtwassers niet altijd optimaal werken, en soms zelfs uitgeschakeld worden.
‘En soms zelfs uitgeschakeld worden’. We herhalen het, opdat u het zeker zou lezen.
Wanneer een technologie uitgeschakeld is, concludeert men dus dat ze niet werkt. Het is zo’n beetje als een koffieapparaat verwijten dat het geen koffie zet terwijl de stekker niet insteekt. Dat is onzin uiteraard. De clue is natuurlijk dat je technologie moet gebruiken zoals ze bedoeld is. En je ze ook op die manier onderhoudt. Als je het kalklampje van de koffiezet te lang negeert, hoef je ook niet zuur te kijken wanneer de koffie naar fletse drab smaakt of de machine stukgaat.
Toch is het exact die redenering die milieuorganisaties volgen in hun claim aan het Grondwettelijk Hof. Dat doen ze vanuit een bezorgdheid voor onze natuur, het klimaat en de boeren zelf. Een bezorgdheid die we dan weer wel kunnen volgen én zelfs delen. Boeren zijn het nauwst van ons allen verweven met de natuur en zijn vaak het eerste slachtoffer van klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit.
Hoewel de redenering van de milieuorganisaties nogal krom loopt, is het probleem dat ze aankaarten wel gegrond: boeren doen ongelofelijke (financiële) inspanningen om te voldoen aan de opgelegde maatregelen, maar aan het einde van de rit blijven de beoogde resultaten (mogelijk) uit. Niet omwille van de functionaliteit of wetenschappelijke betrouwbaarheid van de technologie, maar door het ontbreken van middelen of draagvlak om inspanningen vol te kunnen houden.
Essentieel in het hele debat is dat de investering die boeren doen geen vaste jaarlijkse kostenpost wordt, maar er ook een terugverdienmodel moet zijn voor innovatie. De sector werkt met dunne marges en na een stevige investering ook jaarlijks nog eens rode cijfers moeten draaien, is nefast. Dat is boerenverstand, maar ook een logica die werd gevolgd door de Universiteit van Wageningen. Zij deed in 2022 uitgebreid onderzoek naar zowel de stikstof- als broeikasgasemissiereducties van technologieën, gecombineerd met een bedrijfseconomische analyse van de investering. Zoals voor pocketvergisters, die niet alleen broeikasgasemissies uit mest reduceren, maar ook groene energie genereren. Zo hoeft een boer zijn pocketvergister niet alleen te laten draaien en onderhouden voor de klimaat- en biodiversiteitswinst. Want hoewel op zich een nobel doel, heeft een boer nu eenmaal ook facturen te betalen. Omdat de installatie tegelijk energie produceert en ook nog eens de kwaliteit van de mest verbetert, is er een sterke motivatie om de installatie effectief operationeel te houden. Een win-win voor het klimaat én de boer. Daar hoeft u ons niet op ons woord te geloven, wel op dat van de onderzoekers aan de Universiteit van Wageningen. Uit de hierboven vermelde studies blijkt het de oplossing die zowel de hoogste broeikasgasemissiereducties haalt, als de meest haalbare en rendabele voor de boer.
Het zijn zulke oplossingen die op lange termijn ingeburgerd raken en uiteindelijk echte impact hebben. GPS-gestuurde precisielandbouw, gewasveredeling en -bescherming en de maaidorser: generatie na generatie – en dat al millennialang – bewijzen boeren dat ze duurzame innovaties omarmen die ook herhalend iets opbrengen, zodat zij zich als sector keer op keer verder kunnen ontwikkelen en in onze eerste levensbehoefte blijven voorzien: voedsel.
Als we het klimaat, de natuur en onze boeren echt willen helpen, zou het debat daarover moeten gaan. Daarvoor zullen milieuorganisaties in innovatieve, duurzame technologieën steeds een bondgenoot vinden. Wie verder wil weten waarover en om wie het in de praktijk concreet draait, kan vanaf donderdag tot en met zondag alvast terecht op de land- en tuinbouwbeurs Agriflanders. Daar staan ook dit jaar weer een pak knappe innovaties.