Biolectric onthult een vooruitstrevende technologie, genaamd “stikstofstripping”, als een effectieve benadering voor het aanpakken van stikstofproblemen. Desondanks bevindt deze innovatie zich momenteel in de wachtkamer, wachtend op officiële erkenning, en stuit hierbij op politieke obstakels. Frederik Dejonghe benadrukt dat de revisie van de PAS-regeling een perfect moment is om dergelijke vernieuwende technologieën te omarmen.

Vaak wordt gezegd dat technologie essentieel is voor het oplossen van wereldwijde problemen, inclusief de stikstofuitdaging. Erkenning voor deze oplossingen is echter cruciaal. Biolectric focust op duurzame methoden die een circulaire landbouw bevorderen. Frederik Dejonghe, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het bedrijf, legt uit dat ze continu zoeken naar manieren om meer waarde uit mest te extraheren op het niveau van de boerderij.

Biolectric ontwikkelt kleinschalige biogasinstallaties die mest transformeren in elektriciteit en warmte, waardoor boeren continu energie kunnen genereren. Met ongeveer zeventig koeien kunnen voldoende elektriciteit voor twintig huishoudens worden opgewekt. Deze vergisters zijn al een bekend fenomeen in de agrarische sector, met ongeveer vijftig operationele installaties in Vlaanderen. De installaties verminderen de methaanemissies met tot wel 70%, door het methaan te benutten in een WKK-unit, wat ten goede komt aan zowel de boer als het milieu.

Minder bekend is de technologie van “stikstofstripping”, een geavanceerde methode die toegepast wordt op digestaat. Ontwikkeld in samenwerking met FrieslandCampina, wordt deze techniek al gebruikt in Nederland. Dejonghe merkt op dat hoewel mensen mogelijk minder bekend zijn met deze technologie, het zeker niet in de kinderschoenen staat; de eerste installaties zijn reeds drie jaar in gebruik en de techniek is inmiddels bij de derde generatie aangekomen.

Stikstofstripping werkt complementair aan pocketvergisting, waarbij warmte van de biogasinstallatie gebruikt wordt. Het proces scheidt stikstof (ammoniak) uit het digestaat en zet het om in ammoniumsulfaat, waardoor de stikstofemissie van het bedrijf met 65% daalt.

Kunstmestalternatief

Ammoniumsulfaat, voortkomend uit het proces van stikstofstripping, dient uitstekend als vervanger voor traditionele kunstmest. Normaal gesproken kopen boeren kunstmest, geproduceerd via het energie-intensieve Haber-Bosch proces, wat meer dan één procent van de wereldwijde energievoorziening vereist. De productie van een kunstmestvervanger direct op de boerderij sluit naadloos aan bij de principes van circulaire landbouw.

Dit proces resulteert tevens in een effluent met lage stikstofwaarden maar met behoud van organische stikstof. Dit effluent, wanneer uitgespreid over het land, leidt tot minimale emissies en veroorzaakt geen geurhinder. “Het is voornamelijk zuivere, organische stikstof,” verklaart Dejonghe. Dit betekent een aanzienlijke reductie in stikstofuitstoot, de productie van eigen kunstmest en het behoud van essentiële voedingsstoffen voor het land. Zo wordt de agrarische cyclus gesloten.

Op dit moment zijn er vier stikstofstrippers gekoppeld aan Biolectric’s pocketvergisters, alle geïnstalleerd in Nederland. Deze systemen zijn gericht op melkveehouderijen van gemiddelde grootte, variërend van ongeveer 100 tot 400 koeien. “Het gaat hier niet om hoogtechnologische operaties, maar om doorsnee veehouderijen die een sterke focus leggen op duurzaamheid,” legt Dejonghe uit.

Belemmeringen in beleid voor innovatieve technologie

De technologie van stikstofstripping door Biolectric belooft veel, maar ondervindt grote hinder in de praktische uitvoering, voornamelijk door huidige beleidskaders. Frederik Dejonghe wijst op het Programma Aanpak Stikstof (PAS) als een van de hoofdredenen voor de stagnatie. Het beleid focust voornamelijk op technieken die emissies direct bij de bron, dus op stalniveau, reduceren, zonder ruimte voor innovaties die buiten de stal significante verminderingen realiseren.

“De bewezen verminderingen worden niet officieel erkend, voornamelijk omdat officiële meetprotocollen en een beoordelend wetenschappelijk comité ontbreken. Dit vormt een vicieuze cirkel waarin wij onze resultaten niet kunnen laten valideren,” legt Dejonghe uit. Dit knelpunt ondermijnt de potentie van een technologie die aanzienlijk kan bijdragen aan het milieu en de agrarische sector.

Naast de uitdagingen rondom erkenning, stuit ook het gebruik van geproduceerd ammoniumsulfaat als kunstmest op regelgevende obstakels. Ondanks dat in landen zoals Nederland en Duitsland uitzonderingen zijn gemaakt die het gebruik ervan toestaan, blijft er in Vlaanderen een significant potentieel onbenut. Dit weerhoudt landbouwers ervan om vooruitgang te boeken op het gebied van nutriëntenrecuperatie.

Potentieel verdienmodel

Erkenning van innovatieve technologieën zoals stikstofstripping door Biolectric zou een significante vooruitgang betekenen voor circulaire landbouw, inclusief een duurzaam verdienmodel voor boeren. Frederik Dejonghe legt uit dat de voordelen verder reiken dan alleen een verlaging van de energiekosten door het gebruik van pocketvergisters. “Stikstof vormt momenteel een belemmering voor de hoeveelheid mest die boeren op hun land mogen gebruiken. Onze technologie verwijdert juist deze stikstof, waardoor boeren hun eigen mest in grotere hoeveelheden kunnen benutten. Dit leidt tot behoud van meer voedingsstoffen op het bedrijf en significant lagere kosten voor mestafvoer. De kostenbesparing die hieruit voortvloeit, maakt de investering extra aantrekkelijk.”

Innovatie als sleutel tot duurzaamheid

De herziening van het PAS-beleid biedt een uitgelezen kans om beleid te vormen dat ruimte biedt aan emissie-reducerende technologieën en innovaties. Dit betreft financiële steun voor de boeren en het creëren van procedures voor het valideren van de effectiviteit van nieuwe technieken. “Er is een breed gedragen oproep voor een solide juridisch kader voor boeren, en dat ondersteunen we volledig. We staan voor uitdagingen met een onzeker beleidskader dat momenteel weinig uitzicht biedt. We hebben bewezen technologieën klaarstaan en willen de kans krijgen om deze te demonstreren. Het is essentieel dat innovatie in de discussie tussen innoveren of saneren een eerlijke kans krijgt.”