Met 420 melkveekoeien (jongvee niet meegeteld) is de boerderij van de familie Gansbeke een flink uit de kluiten gewassen familiebedrijf. De ruim 4 miljoen liter geproduceerde melk wordt voor zowel de hoevewinkel gebruikt, als aangeleverd aan Olympia. Wij spraken met kersvers vader & lid van de Groene Kring, Yannick Gansbeke, over het bedrijf, de investeringen die gemaakt werden en de investeringen die in de toekomst misschien nog gaan gebeuren.
In 2014 besloot de familie Gansbeke om te investeren in een uitbreiding van hun stal. “Het was een uitbreiding waarbij ik samen met mijn vader, zeer bewust een aantal keuzes heb gemaakt om bedrijfsvoering te vergemakkelijken en te verduurzamen. Zo investeerden we voor het nieuwe stalgedeelte in een volle vloer met mestschuiven. We hadden toen al interesse in een pocket-vergister. Maar op dat moment werden nog weinig nieuwe Biolectric installaties gezet in Vlaanderen, zodoende hebben we even gewacht.”.
In de stal werden er ook enkele extra systemen geplaatst die het comfort van de koeien vergroten. Een automatische Python stroverdeler met 3 lijnen, net als een douchesysteem voor de warme zomers en 8 grote ventilatoren die voor extra verkoeling en verluchting zorgen. Verder zorgt het automatische instrooisysteem ervoor dat de dikke fractie van de gescheiden mest in de ligbedden van de koeien wordt gestrooid. En vooraan in het oude stalgedeelte kan je een mestrobot terugvinden.
Deze robot werd speciaal aangeschaft om de zone waar de droge koeien lopen onder handen te nemen. “We laten de robot enkel draaien wanneer we zelf ook in de stal zijn. De reden waarom we voor dat specifieke gedeelte een robot kozen, is omdat we willen vermijden dat een pas geboren kalf door de mestschuif zou worden mee geschoven over de vloer als de koe ons verrast met kalven.”.
Daarnaast zou de familie naar de toekomst toe ook graag een aantal melkrobots willen installeren. Omdat dit toch wel scheelt in arbeidstijd. “Momenteel melken wij de koeien zelf en met 3 à 4 mensen neemt dit ongeveer 6 uur per dag in beslag. Dat is toch wel een serieuze tijdsinvestering die we op een bepaalde termijn willen reduceren. En ook automatisch voederen van onze koeien staat nog op het lijstje van mogelijke investeringen. Zeker omdat we naar de toekomst toe interesse hebben om een grotere Biolectric vergister te zetten. Daarmee zouden we nog meer elektrische en warmte-energie kunnen genereren en die kan dan perfect gebruikt worden door het automatische voedersysteem.”
Verder zal er continu tijd worden gestopt in het optimaliseren van het aantal liters melk en de kerncijfers. “Mijn vader en grootvader hebben het bedrijf de laatste halve eeuw uitgebouwd van 2 naar 420 melkkoeien. Dus is het nu aan mij om de melkprestaties van de koeien verder te verbeteren.”
Op het vlak van onderhoud is alles goed te combineren met de dagelijkse werkzaamheden op de boerderij. “Aan onderhoud heb ik in het algemeen niet veel werk. Iedere dag spendeer ik 5 à 10 minuten aan het controleren van de installatie. En om de 400 uren ververs ik de olie van de motor eens. Voor wat ik aan energie- en mestkosten uitspaar, is die investering aan tijd het meer dan waard.”.
De technologie heeft zich op de boerderij al meer dan 7 jaar bewezen. Ondertussen is de investering volledig terugverdiend. “Als ik opnieuw voor dezelfde keuze zou staan, zou ik zeker niet twijfelen.”.
Circulaire landbouw en een korte keten staan centraal bij de Gansbeke boerderij. Daarvoor wordt de pocketvergister onder meer gebruikt voor de stroomvoorziening en het verwarmen van het bedrijf. “Daarbovenop maken ook de feestzaal en de hoevewinkel, die uitgebaat worden door mijn zus Esther, mijn moeder en Annelies gebruik van de opgewekte energie.”.
Het digestaat dat overblijft na het vergistingsproces wordt gebruikt om de 120 hectare aan maïsvelden te bemesten. Daar halen we goede resultaten mee, gezien de stikstof makkelijker op te nemen is door de planten, dan bij niet vergiste drijfmest.
“Tot op heden hebben we eigenlijk enkel positieve ervaringen met onze Biolectric-installatie. We krijgen zelf veel scholen over de vloer die positief reageren op deze investering in duurzaamheid. Daarom dat we het ook als onze taak zien naar de Landbouw toe, om de gemeenschap te wijzen op het positieve verhaal.”.